Zo kunnen gemeenschappen zich vermenigvuldigen
Gemeenschappen, communities, naoberschap: in de vergrijzende samenleving met groeiende personeelstekorten zijn ze keihard nodig. Tijdens een drukbezochte sessie op het congres Een nieuwe generatie ouderen langer thuis, op woensdag 11 juni, stonden sociaal arrangeren en de voorzorgcirkels centraal. ‘Hoe krijgen we dit keer duizend?’
Sociaal arrangeren en voorzorgcirkels zijn twee voorbeelden van gemeenschapsvorming die de pilotfase inmiddels voorbij zijn. Ze verspreiden zich als een olievlek over het land. Reden voor de Werkplaatsen Sociaal Domein om de beide voorbeelden een podium te geven en samen met de ongeveer tweehonderd deelnemers na te denken over de vraag hoe de verspreiding versneld kan worden.
Meer dan medisch
Sociaal arrangeren is ontstaan in Nijmegen, waar Lizzy van der Horst werkte als sociaal werker en casemanager dementie. ‘Ik merkte dat er een groep mensen tussen wal en schip viel. Het aanbod destijds paste niet bij deze groep. Het gaat om ouderen die op verschillende leefdomeinen tegen problemen aanlopen en die kampen met vergeetachtigheid. Denk aan het verlies van overzicht of regie. Vanuit de sociaalwerkorganisatie ben ik samen met de huisarts, de wijkverpleegkundige en netwerken van ouderen aanvullend aanbod gaan organiseren.’
Langdurig
Zo ontstond in 2021 de rol van sociaal arrangeur. Dit is het centrale aanspreekpunt en degene die een samenhangend plan maakt zodat de medische en de sociale ondersteuning op elkaar afgestemd is en mensen langer thuis kunnen blijven wonen. ‘De sociaal arrangeur betrekt ook het netwerk. Wat kunnen de naasten, buren en andere vrijwilligers doen? Maar ook: wat drijft iemand en welke activiteiten passen daarbij?’ Om dat allemaal uit te pluizen houdt de sociaal arrangeur een uitgebreide intake van in ieder geval twee gesprekken, vertelt Van der Horst. ‘De arrangeur komt gemiddeld eens per zes tot acht weken op huisbezoek. Het verschilt per arrangement wat de sociaal arrangeur precies doet. De arrangeur kan bijvoorbeeld een vrijwilliger zoeken die maatje wordt of helpen de mobiliteit te organiseren door een Valyspas te regelen. Maar het kan ook zijn dat de sociaal arrangeur rouwbegeleiding biedt, als de partner is weggevallen bijvoorbeeld. Het gaat om langdurige trajecten: tot een casemanager dementie het overneemt, iemand verhuist naar een intramurale woonvorm of tot de oudere komt te overlijden.’
Kostenbesparing
Uitgebreid onderzoek door Jacqueline Theunissen van Hogeschool Arnhem Nijmegen wijst uit dat de kwaliteit van leven van de mensen zelf en hun naasten stabiel blijft of zelfs wat toeneemt, terwijl achteruitgang in de lijn der verwachting ligt. Van der Horst kan bovendien een zeer interessant financieel resultaat melden: ‘Het uitstel van zwaardere zorg wordt geschat op ruim 7 maanden en gemiddeld bespaart elk traject 40.000 euro.’
Voorzorgcirkels
Rixt Zijlstra, associate lector ouderen thuis bij Hogeschool Windesheim en onderzoeker bij GGD Flevoland, trapt de presentatie over de voorzorgcirkels af met de definitie en het doel: ‘Voorzorgcirkels bestaan uit ongeveer tien ouderen die op loop- of fietsafstand van elkaar wonen en die onderling hulp aanbieden.’ Maar voorzorgcirkels hebben overal hun eigen specifieke invulling, benadrukt ze er direct achteraan. In een onderzoeksproject trokken Zijlstra en mede-onderzoeker Lamyae Boutalab van GGD Flevoland met de initiatiefnemers en leden van de twee voorzorgcirkels in Almere op. Uit de vele gesprekken blijkt dat er behalve de onderlinge zorg en ondersteuning ook activiteiten zoals samen fietsen, handwerken en koken zijn ontstaan, vertelt Boutalab. ‘Voorheen liepen buurtgenoten direct van hun auto naar hun voordeur, maar nu maken ze vrijwel altijd even een praatje. Dat heeft de onderlinge verbinding in de straat vergroot en hulp vragen makkelijker gemaakt.’
Continuïteit
De onderzoekers vroegen de leden ook naar hun zorgen over de cirkels. Daarover zegt Boutalab: ‘Die gingen vooral over de vraag hoe het verder moet als in de toekomst de zorgvraag te groot zou worden. Daar hebben we toen een verdiepingsbijeenkomst over gehouden.’ De uitkomsten daarvan zijn relevant voor de continuïteit van alle al bestaande en toekomstige voorzorgcirkels: ‘Het is belangrijk dat de individuele leden grenzen stellen om overbelasting te voorkomen en dat er directe lijntjes zijn met formele hulp- en zorgorganisaties. Ook het noteren van de contactgegevens van naasten, zoals de kinderen, blijkt waardevol.’
Betaald of vrijwillig
Na de beide presentaties zet sessieleider Krijn van Beek van de Werkplaatsen Sociaal Domein de deelnemers in kleine groepjes aan het werk: ‘Hoe kunnen we deze gemeenschapsvormen met duizend vermenigvuldigen?’ Bij die vraag komt onherroepelijk de kwestie van structurele financiering op de proppen. En daarmee de verhouding tussen betaalde en vrijwillige inzet. Een van de deelnemers aan de sessie vraagt zich af of sociaal arrangeren niet te zwaar leunt op professionele inzet. Zou dat niet ook door een informele partij of de naasten gedaan kunnen worden? Van der Horst legt uit dat de sociaal arrangeur niet structureel overneemt, maar het overzicht en de regie heeft. ‘De sociaal werker betrekt en versterkt het netwerk en legt natuurlijk ook verbinding met bijvoorbeeld het wijkinlooppunt en het vrijwilligerswerk. De sociaal arrangeur werkt dus op veel fronten, er is niet één smaakje.’
Politieke keuze
Van der Horst was samen met Jenneke Ouwersloot, transformatiemanager ouderzorg bij VGZ, te gast in de podcast ‘Een nieuwe blik op zorg’. Ouwersloot zei daarin dat de verzekeraar de opschaling van sociaal arrangeren best wil financieren, maar dat ze gebonden zijn aan de Wet langdurige zorg (Wlz), die investeringen in preventieve aanpakken vooralsnog alleen met tijdelijke SPUK-gelden toestaat. Van der Horst kan daar achteraf aan toevoegen: ‘Om meer structurele financiering voor preventieve initiatieven mogelijk te maken, is inmiddels een aanpassing in de Wlz voorgesteld en goedgekeurd door de beide Kamers. Het is alleen nog spannend wat dat voor het sociaal arrangeren betekent.’
Projectleiders opleiden
Binnen de voorzorgcirkels is er doorgaans geen sprake van professionele inzet. Maar ook hierbij kan voor de verspreiding wel degelijk financiering nodig zijn. Dat geldt zeker bij voorzorgcirkels die van buiten- of bovenaf geïnitieerd worden, zoals in de omgeving van bakermat Land van Cuijk. Daar werkt Henk Geene, geestelijk vader van de voorzorgcirkels, samen met VGZ aan de olievlek. In deze aflevering van de eerder genoemde podcastserie is te horen dat de verzekeraar investeert in professionele inzet. Geene leidde projectleiders op die sinds voorjaar 2024 als zzp’er in de wijde omgeving per gemeente allianties smeden met partijen uit zorg en welzijn. Vervolgens gaan deze projectleiders met ouderen zelf voorzorgcirkels opstarten. Geene ziet ook dat inwoners zelf aan de slag gaan, met zijn boek in de hand en dat vindt hij prima. ‘Maar dan maak je nog niet zo makkelijk echt productie. Dat doen ze dan in hun eigen straat, buurt of dorp.’
Belangrijke bank
Bij de voorzorgcirkels in Almere, die puur uit bewonersinitiatief ontstonden, gebeurde de opschaling naar twee cirkels inderdaad niet als beleidsmatige keuze, maar vanuit praktisch oogpunt. De initiatiefnemers deden bij tachtig adressen een uitnodiging voor een startbijeenkomst door de bus. Ze waren verrast toen zich dertig mensen aanmelden om lid te worden van een voorzorgcirkel. Dat is organisatorisch gezien te veel voor één groep en daarom ontstonden er twee cirkels van vijftien personen. Bij de start van de voorzorgcirkel in Almere bestond er al een goedlopende koffie-ochtend waarbij de picknickbank in de straat volgens de initiatiefnemers een belangrijke factor was. Zo’n bankje maakte volgens hen een groot verschil omdat het uitnodigt om een praatje te maken en elkaar beter te leren kennen. Ouderen op een vriendschapsbank kunnen zelfs van grote betekenis zijn in het leven van jongeren met mentale problemen, zo laten internationale voorbeelden zien.
Fantastisch
Een van de deelnemers grijpt dit aan voor de tekst op de ansichtkaart die elke sessiedeelnemer kan sturen naar iemand die kan helpen bij het keer-duizend-krijgen van gemeenschappen: ‘Ik stuur deze als reminder naar mezelf, zodat ik alle partijen die mee doen aan de gemeenteraadsverkiezingen ga vragen om meer bankjes te faciliteren in alle wijken.’ Een andere deelnemer maakt een eenvoudige rekensom: ‘We zitten hier met 150 mensen. Als iedereen 6 of 7 keer initiatief neemt, dan zijn we er al.’ Weer iemand anders wijst op het huidige politieke klimaat en put daar vertrouwen uit. ‘Van de politiek hoeven we niets te verwachten. Als je het zelf doet heb je meer invloed. En het gaat al heel hard, fantastisch!’
Tekst: Tea Keijl