mensen op een zebrapad

De geheime ingrediënten van Stichting Ik Wil

Waardoor werkt de werkwijze van Stichting Ik Wil nu precies, welke omstandigheden zijn daarbij van belang en voor wie werkt een interventie nu eigenlijk (of niet)?

Hoe zorg je nu eigenlijk voor het stimuleren van sociale veerkracht? Waardoor lukt het de ene organisatie of stichting wel om hier concreet aan bij te dragen en de ander niet? 
Sociale veerkracht is immers een complex begrip, lastig te grijpen maar in de basis gaat om het stimuleren en ontwikkelen van het vermogen bij bewoners om zich staande te houden bij tegenslag. 

De Eindhovense Stichting Ik Wil heeft sociale veerkracht als een van haar kerntaken en wordt gevierd om haar aanpak en de positieve resultaten die dit oplevert. Het lectoraat sociale veerkracht, gelieerd aan Fontys Sociale Studies onderzoekt samen met haar partners het gelijknamige concept van sociale veerkracht. Binnen het samenwerkingsverband van de werkplaats sociaal domein (WSD) Noord-Brabant Fontys werken zij onder andere samen met deze succesvolle stichting. 
In dit artikel bekijken we wat deze stichting nu zo speciaal maakt, wat maakt nu precies dat het ze lukt om vanuit menselijke relaties en beschikbare hulpbronnen bij te dragen aan goed functionerende gemeenschappen en daarmee aan sociale veerkracht? Wat zijn nu precies die (geheime) ingrediënten die ze gebruiken om positieve resultaten te halen? Dit artikel geeft hier antwoord op en neemt je mee in de werkwijze van Stichting Ik Wil, de omstandigheden die daar een rol spelen en kijkt voor wie deze interventies nu precies werken (of niet).

Stichting Ik Wil

Bewonersinitiatief Stichting Ik Wil is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een zichtbare en sterke speler binnen het sociaal domein van Eindhoven. De stichting spant zich in voor een inclusieve maatschappij op basis van informele zorg en samenlevingsopbouw. Hierbij geven zij ruimte aan eenieder die daar behoefte aan heeft door middel van een inloop, activiteiten en dagbesteding waarbij de vrijwilligers handelen vanuit bewustwording, zingeving, gelijkwaardigheid en liefde. In gesprek met mede-initiator en bestuurder Leyla Kalender bespreken en verklaren we het succes van de werkwijze van deze stichting. Daarbij besteden we specifieke aandacht aan de ingrediënten die zorgen voor deze positieve uitkomsten en de interventies die daarbij cruciaal zijn, evenals welke omstandigheden daarbij een rol spelen en voor wie deze interventies baat hebben. 
Wijkbewoners uit Woensel-Zuid waar de stichting actief is, zijn namelijk al jaren enorm verheugd met de mogelijkheden die er geboden worden, inmiddels zijn ook verschillende andere maatschappelijke organisaties en de gemeente Eindhoven vol lof over de werkwijze en resultaten. En er is zelfs landelijke waardering uitgesproken afgelopen jaar (2023) door de toekenning van een Appeltje van Oranje. Extra bijzonder is dat Stichting Ik Wil deze goede resultaten en positieve waardering oogst in een gefragmenteerd en (financieel) uitgekleed domein.

Wat zorgt ervoor dat de interventies van Stichting Ik Wil werken?

Volgens Leyla Kalender is de succesformule van Stichting Ik Wil grotendeels te danken aan de werkwijze van de stichting. Interventies worden hierbij door haar beschreven als het (actief) onderhouden van laagdrempelig contact, het verzorgen van een gastvrije omgeving, het inzetten van luistervaardigheden en empathisch vermogen, alsmede het creëren van een veilige ontmoetingsplek.
Stichting Ik Wil gaat volgens haar terug naar de basis, waarbij het verzorgen en faciliteren van een veilige plek in de wijk voor de bewoners centraal staat. Hierbinnen zijn voornamelijk vrijwilligers actief die op basis van de wensen en inzichten van de bewoners zorgen voor ondersteuning en activiteiten aanbieden. Kalender benadrukt daarbij dat de stichting zorgt voor de randvoorwaarden, het faciliteren en aanjagen van interventies die leiden tot veiligheid, vertrouwen en groei. Hoe daar precies naar toegewerkt wordt is daarbij secundair. 

Kalender geeft daarbij aan dat de werkwijze van Stichting Ik Wil zo waardevol is, en de interventies werken, vanwege de hechte koppeling met de wijk Woensel-Zuid waarin ze actief zijn. Het personeel van de stichting is hierbij cruciaal, dit zijn voornamelijk sleutelfiguren die geworteld zijn in de wijk, hier vertrouwen, bekendheid en contacten hebben en handelen met een open houding op basis van de ideeën en wensen van de bewoners. Zij kunnen gemakkelijk en snel handelen vanuit het (persoonlijke) netwerk en kennen de uitdagingen en beperkingen van eenieder die langskomt. Ze hebben daarbij een signalerende houding, pakken de behoeften op en gaan proactief aan de slag. Er is binnen de stichting veel aandacht en tijd voor persoonlijke gesprekken en het opbouwen van gelijkwaardige relaties, alles binnen een informele sfeer met ruimte om verhalen te delen. Hierbij speelt het volgens Kalender ook mee dat de stichting geen winstoogmerk heeft of bang is opgeheven te worden. Dat zou immers juist betekenen dat er (gelukkig) geen behoefte meer is aan de ondersteuning van de stichting en bewoners zonder ondersteuning de uitdagingen en problematieken waarmee ze kampen het hoofd kunnen bieden.

Onder welke omstandigheden werken de interventies van Stichting Ik Wil?

Hoewel de werkwijze van Stichting Ik Wil volgens Kalender in de kern toepasbaar is op meerdere wijken of buurten en zich niet beperkt tot Woensel-Zuid, geeft zij aan dat verschillende omstandigheden en (rand)voorwaarden een belangrijke rol kunnen spelen in het optimaal inzetten van de werkwijze en de interventies. Zo speelt de (geografische) locatie en de ruimtelijke omgeving een cruciale rol. Een centrale plek in de wijk, waar je als stichting zichtbaar én duurzaam aanwezig kunt zijn is daarbij goud waard. Ook van belang zijn de daadwerkelijke m2 en aanwezige ruimtes in het gebouw waar je actief bent. Zo is er veel vraag en behoefte naar het ontplooien van middelgrote activiteiten zoals werken in een naaiatelier of fietswerkplaats. Stichting Ik Wil heeft in het verleden zelf aan den lijve ondervonden hoe hinderlijk het is om van plek naar plek te verhuizen en daarbij afhankelijk te zijn van de aangeboden ruimte(s) die veelal met tijdelijke financiële subsidies bekostigd moeten worden. Het langdurig en duurzaam op een plek actief zijn als stichting is hierbij volgens Kalender een noodzakelijkheid om de interventies zoals het opbouwen van contacten, vertrouwen en gastvrijheid te waarborgen. 
Zodoende is het van belang om de juiste omstandigheden te creëren om de gewenste interventies uit te voeren. Kalender geeft aan dat er altijd een warme en open sfeer moet ontstaan, iets dat mogelijk is door een open gebouw of ruimte met een grote tafel. Daar dienen altijd mensen aanwezig te zijn die je gastvrij ontvangen en uitnodigen om koffie of thee samen te drinken of mee te eten. Deze open houding en inloopfunctie zorgen voor een huiselijke sfeer. Tevens is volgens Kalender de vrijheid en de flexibiliteit van belang om interventies aan te passen aan de bewoners of gemeenschap die aanwezig is. Zodoende kan er bijvoorbeeld snel geschakeld worden tussen taallessen, creatieve activiteiten zoals schilderen, tekenen, mandjes maken of sportlessen voor ouderen in dezelfde ruimte. Ook dient het dan mogelijk zijn om verschillende activiteiten tegelijkertijd uit te voeren en te kunnen differentiëren tussen de verschillende behoeften van de aanwezige bewoners.

Voor wie werken de interventies van Stichting Ik Wil?

Stichting Ik Wil werkt in de basis met eenieder die daar behoefte aan heeft, met een open inloopfunctie. In de praktijk werkt dit voor een grote groep goed en zorgt dit op termijn (na het opbouwen van vertrouwen) voor de gewenste binding en contacten. Desalniettemin is het volgens Kalender in een eerder stadium ook zaak om juist contacten op te bouwen met verschillende gemeenschappen en daarbinnen te zorgen voor de eerste warme contacten, binding en het broodnodige vertrouwen. Zo werkt de stichting dus ook in veel gevallen met gemeenschappen, op basis van indicatoren zoals religie, nationaliteit, sociaaleconomische status of (culturele) identiteit. 
Een cruciale voorwaarde hierbij is het verzorgen van informele ontmoetingen. Toenadering is daarbij het sleutelingrediënt waarbij verbinding binnen deze gemeenschappen gecreëerd wordt op basis van gemene delers, uitgangspunten en uitdagingen. Volgens Kalender heeft dit een preventieve werking op de uitdagingen en problematieken waarmee de gemeenschappen kampen, die daardoor geremd worden. Kalender onderstreept ook de focus op maatwerk en differentiatie. Immers, volgens haar zijn er ook juist grote verschillen tussen dergelijke gemeenschappen en is het van belang om per gemeenschap goed na te denken over de wijze van benadering, de intensiteit van het contact, de wijze waarop gecommuniceerd wordt en welke omgangsvormen je daarbij hanteert. Menselijke waardigheid is dient daarbij altijd centraal te staan.

Hoewel de aanpak zich dus kan richten op verschillende gemeenschappen, blijft de gehele stichting ook als een overkoepelende gemeenschap staan waarbij duidelijk wordt gemaakt dat bewoners hier geen beroep op moeten doen op basis van bepaalde rechten die ze verwachtten, maar juist handelen op basis van wederkerigheid en menselijk kapitaal. Een antwoord dat ze onderschrijft met enkele anekdotes over bewoners die in eerste instantie verwachtten dat ze simpelweg goederen of reparaties kunnen eisen bij de stichting. Dergelijke eenzijdige transacties zijn juist geen onderdeel van de werkwijze van de stichting en ten alle tijden wordt dan ook de focus gelegd op de gezamenlijkheid. Eenieder die behoefte heeft aan verbinding, contact, veiligheid en groei en bereid is om hier vanuit wederkerigheid in te investeren, en dit simpelweg zelf ook wil, is dan ook bij de stichting aan het goede adres.

Stef Dingemans, docentonderzoeker bij het lectoraat Sociale Veerkracht